Ontstaan
Tja, Half 8 neemt toch wel een bijzondere plaats in, in mijn muzikale activiteiten. Ons mannenkwartet bestond uit Henk van Zanten, Leen Monster, Frank Canters en mijzelf. We zongen alle 4 in kleinkoor Ars Nova. Een zang collega vroeg of we op haar verjaardag wat met zijn vieren zouden willen zingen. Zingen is leuk, zeker als de stemmen mooi mengen en de muzikale smaal overeen komt. Dus we zeiden ja, en Half 8 was geboren.
Wij zongen 4 stemmige muziek voor mannen, voornamelijk a capella. Onze favorieten waren o.a. Schubert, Schumann en Brahms. Kortom, romantische componisten waar we een beetje konden “schmieren”. Onze optredens en repetities begonnen eigenlijk altijd met het studentenlied “Gaudeamus Igitur” in een zetting van Johannes Brahms en we eindigden dat met “We will rest awhile” van Scott Joplin. Uiteraard niet bij kerkdiensten, of concerten samen met anderen.
Niet alleen a capella
We hebben van alles gedaan. Bij kerkdiensten was er vaak het orgel. Maar we hebben ook de Alt Rhapsodie van Brahms en Ständchen van Schubert uitgevoerd, samen met Desiree van Daalen (Mezzo sopraan) en Jan Pieter Baan (piano). Ooit hebben we deel genomen aan een project Midzomernachts droom bij Villa Schoutenhoeck en aan een uitvoering van een Mendelssohn psalm waar we in één van de delen de begeleiding vormden van Jos Semeins.
De naam…..
We werden steeds opnieuw gevraag waar toch die naam Half 8 vandaan komt. Ik zal een tipje van de sluier op lichten:
- De repetitie van Ars Nova begon altijd om 8 uur. Wij kwamen in het begin een half uurtje voor aanvang bij elkaar om met zijn vieren te repeteren. Om half 8 dus.
- We waren met 4 mannen, de helft van 8.
- Er is ook nog een derde reden, maar die we altijd geheim gehouden; er moest een stukje mystiek overblijven. Maar ik kan verklappen dat het iets met onze namen te maken heeft.
Plezier
Plezier stond bij ons boven aan. Zo vonden we het een sport om bij het begin van een stuk de stemvork te gebruiken en na een minuut of 2 toch maar eens te controleren of we nog op de juiste toonhoogte waren. Dat bleek altijd het geval. Het werd dus een running gag: “Zitten we nog goed? Ja natuurlijk!”
Tijdens een jaarlijks uitstapje van Ars Nova zaten we in een restaurant te eten. Buiten op het terras zat een overduidelijk hevig verliefd stel. Dat viel ons op. We keken elkaar aan, stonden op en vroegen het stel of we ze mochten toezingen. Hoe kan je liefde beter uitdrukken dan in muziek? De man vroeg hoe lang dat dan zou duren, de vrouw zei niets. Uiteindelijk vonden ze het goed. We hebben gezongen, ik weet niet meer wat, de man bleef stug door eten, de vrouw zat er wat ongemakkelijk bij, de overige eters op het terras applaudisseerden uitbundig en wij hadden het grootste plezier.